Daraina

26 augustus 2016 - Daraina, Madagaskar

Vrijdag 26-08-2016

Om 8 uur ontmoeten we Leopold. Hij zal vandaag onze gids zijn. Hij heeft ook een leerling gids bij zich, Mireille, ook zij gaat met ons mee. Dama brengt ons met de auto naar het begin van de wandeling. Ik ben benieuwd hoe het gaat met mijn knie, maar dat gaat gelukkig prima. Hoe meer ik loop, hoe beter het gaat. Stil zitten maakt stijf en dan gaat het juist zeer doen. In het gebied waar we lopen zit goud. Vroeger waren hier wel 2.000 mensen actief die naar goud aan het graven waren. Er waren zelfs bars en discotheken voor hen. Nu zijn er nog steeds mensen goud aan het graven, maar zijn het er maar 50-100. Terwijl ze vroeger zo'n 30 gram per dag vonden is het nu nog maar 1 gram. Dit is voor de mensen nog steeds de moeite waard, aangezien ze hier nog zo'n 120.000 Ar (is ongeveer 40 euro) voor krijgen. Nadeel hiervan is wel dat het hele landschap er aan gaat. In het gebied waar we wandelen is de ene kuil na de andere... je moet voorzichtig blijven om er niet in te vallen... sommige zijn nog diep ook.
Al snel zien we de eerste groep Golden crown sifaka's. Hoewel ze in de rest van het land niet voorkomen en bedreigd zijn, is het niet moeilijk ze hier te spotten. Ze zijn ook niet bang voor mensen, ze weten dat ze niets doen en blijven dus gewoon in de boom vruchten zitten te eten. Lemuren / sifaka's zijn heilig, het is fady (taboe) om ze iets aan te doen. De meeste mensen in Madagascar houden zich daar aan, met enkele uitzonderingen... mensen die wel lemur vlees eten. Eén sifaka in de groep heeft een kleintje op haar buik. Deze is maximaal 4 weken oud (de laatste 2 weken van juli en eerste 2 van augustus krijgen ze hun jongen), maar aan de grootte van het kleintje te zien, is het nog maar een paar dagen oud!
Mireille roept ondertussen dat ze nog een slang ziet.... deze geniet van de zon. We kunnen zonder probleem een foto maken, hij blijft gewoon liggen zonnen. Het is voor mij een hele geruststelling, dat er geen (voor ons) giftige slangen in Madagascar voorkomen, dat kijkt een stuk rustiger.
We lopen verder en kijken naar de werkzaamheden van de goudzoekers. Eén van die mannen zit in zo'n erg diepe kuil en haalt daar grond op, dat wordt boven gehaald en andere mensen zoeken daarin met water en een houten schaal of ze goud kunnen vinden.
Onderweg zien we weer de Crested drongo, een zwarte vogel met een kuifje (hadden we ook in Marojejy gezien) en verschillende groepen sifaka's. Hoewel hier ook verschillende lemuren voorkomen, zien we deze niet. Terwijl ik achter de gids aanloop, schrik ik me opeens een ongeluk, een slang... de gids stapt er gewoon over heen, alsof het de normaalste zaak van de wereld is... bij mij zit die schrik er toch een beetje van nature in... mijn tweede reactie is... foto! Deze slang is in tegenstelling tot de vorige, die zwart was, licht. De gids heeft geen idee welk soort het is. We lopen weer verder. De gids wijst naar een boom... Marc en ik hebben meteen zoiets... hé, een gecko! Maar kennelijk is dat te gewoon, want hij wijst op een aye-aye nest. Er zitten kennelijk verschillende aye-aye's hier... dit zijn nachtdieren en dit is één van de weinige plekken waar ze regelmatig in het wild gespot worden. Ze komen op meer plekken voor, maar het is erg moeilijk ze te zien. In het oosten hebben ze op 2 eilanden aye-aye's uitgezet en daar kan je ze makkelijker zien... aan het eind van onze vakantie gaan we naar één zo'n eiland toe. Maar nu zijn we hier en ik zou het geweldig vinden als we er hier eentje zouden zien... we zullen het vanavond merken, want we gaan hier dan een nachtwandeling maken.
Na nog een paar groepen sifaka's gezien te hebben, gaan we naar een ander deel van het park, waar we nog baobabs zullen zien. Het is een mooie wandeling die ook nog door een rivierbedding loopt. In de regentijd staat deze vol water, maar nu kunnen we er door heen lopen. Het zijn grote baobabs, indrukwekkend. Hiermee komen we aan het einde van de wandeling en lopen we weer terug naar de auto.

Bij het kamp gaan we in de schaduw van de eetplaats zitten. We krijgen daar lunch en relaxen verder nog wat. Halverwege de middag komt Marc met een leuke foto terug. Hij wilde naar de wc en wat bleek... er zat een slang onder de bril.... Ik gruwel van het idee, ja dit soort dingen zijn hier normaal, maar die kikkers vond ik tot daar aan toe (dat vond ik zelfs wel grappig), maar die slang... het verhaal is wel leuk, maar ik moet nog wel een nacht daar slapen... en ja, natuurlijk houd ik al mijn bagage dicht, maar voor hetzelfde geld, kruipt ie in ons bed...
Aan het eind van de middag gaan we eerst naar de Tsingy noir. Dit zijn zwarte gesteente. Als we daar komen, ziet het er wel iets anders uit dan de beroemde tsingy zoals we nog gaan zien in Ankarana NP, maar wel mooi en indrukwekkend.
Zouden we nu dan eindelijk de aye-aye gaan zien. Dama heeft Leopold nog op het hart gedrukt dat ie echt goed zijn best moet doen, want zijn klanten willen écht heel graag de aye-aye zien. We beginnen de wandeling op hetzelfde punt als eerder die dag. Het is nog licht. We gaan weer naar het goudzoekersgebied. Als we daar aankomen schiet er een slang over het pad. Het is op dezelfde plek als waar we die morgen een slang zonnend hebben aangetroffen. Waarschijnlijk is het dezelfde slang.
De meeste goudzoekers zijn al naar huis, een enkeling gaat nu ongeveer weg. Bij de plek waar we eerder die dag het aye-aye nest hebben gezien, splitsen we ons. Mireille en ik mogen dat nest en nog twee andere die daar ook zitten, in de gaten houden... Marc en Leopold gaan verder zoeken. Zolang het nog licht is, zullen we niet veel zien... we moeten dus eerst wachten. We wachten en wachten, maar er gebeurt niets. Marc en Leopold komen weer langs. Het is ook nog niet echt donker, dus het is ook wel logisch. Als het vrijwel donker is, gaan Marc en Leopold weer lopen en blijven Mireille en ik de twee bomen in de gaten houden. Er gebeurt nog steeds helemaal niets. Na een half uurtje komen Marc en Leopold weer terug en gaan we met zijn allen lopen. We lopen nog een uur in het bos en zien nog steeds niets en besluiten het op te geven en naar de auto te gaan. Op weg naar de auto zien we nog een kameleon.

Teruggekomen in het kamp, is het eten klaar en kunnen we zo aanschuiven. Leopold stelt nog voor na het eten nog een keer te gaan zoeken, maar dan in de omgeving van het kamp, maar daar hebben wij weinig vertrouwen in, dus laten we het hierbij.









 

Foto’s